Decoreren van deeg

Bij het decoreren van het brood wordt een versiering / verfraaiing aangebracht op het deeg dat later terug te zien is in of op de korst.

Wat voor decoraties kunnen toegepast worden?

Bij het decoreren wordt meestal maanzaad, sesamzaad, zonnebloempitten, pompoenpitten of geplette graankorrels zoals geplette tarwe, rogge, haver of gerst gebruikt. Je hoeft je niet tot deze traditionele decoraties te beperken. Denk eens aan suiker.

Een zeer bekende decoratie techniek is het aanbrengen van een rijstepapje dat tijdens het bakken een tijgerhuid uiterlijk krijgt.

Hoe en wanneer breng je de decoratie aan?

De decoratie breng je direct aan na het opmaken of vormen, dus zodra het deeg zijn definitieve vorm heeft en nog een narijs moet krijgen. Maak het deel van het deeg dat je wil decoreren nat met bijvoorbeeld een plantenspuit, leg de decoratie in een grote bak of op het aanrecht en rol het deeg daar even in. Rol het deeg eventueel nog na op het aanrecht voor een betere hechting tussen decoratie en het deeg. Je zal merken dat tijdens het snijden veel zaden van het brood vallen.

Een hele sterke hechting krijg je bij gebruik van een tang zhong papje. Dit papje breng je na het decoreren met bijvoorbeeld een spatel aan. Het nadeel van dit papje, dat erg veel weg heeft van behangerslijm, dat de korst van het brood donkerder kleurt. Maar de zaden zullen nauwelijks van het brood vallen.