klebereiweiß

klebereiweiß (Duits)
gluten (Nederlands)

Gluten zijn eiwitmoleculen die deeg een samenhang geven en zorgen dat brood luchtig kan worden.

Gluten ontstaan zodra de glutenvormende eiwitten gliadine en glutenine in contact komen met vocht. Deze eiwitten gaan onderlinge verbindingen aan en vormen zo molecuul ketens van 100.000 tot meer dan 1.000.000 moleculen.

Synoniem: kleefstof (NL)
Gerelateerd: glutenpoeder, glutenvormende eiwitten, gashoudend vermogen (NL)

Meel en bloem van voornamelijk tarwe en spelt bevatten naast zetmeel ook verschillende soorten eiwitten. De in water onoplosbare eiwitten glutenine en gliadine, zijn de glutenvormende eiwitten. In een vochtige omgeving, zoals tijdens het mengen van meel en water, vormen zich eenvoudig enorm lange molecuulketens van 100.000 tot meer dan 1.000.000 moleculen en maken zo een dicht netwerk in een deeg. De gluten in een deeg geven deze samenhang, een structuur. De vorming van gluten gebeurt spontaan maar langzaam. Door een deeg te kneden versnel je deze ontwikkeling en maximaliseer je de vorming van gluten.

De gluten in een deeg zorgen dat het kooldioxidegas dat door de gistcellen wordt geproduceerd niet aan het deeg ontsnapt maar door het glutennetwerk in het deeg omgeven wordt. Daardoor zal het deeg rijzen. Het kooldioxidegas vormt steeds grotere belletjes en deze zijn in het gebakken brood te zien als cellen (gaatjes of alveoli) in de kruim. De kwaliteit en de hoeveelheid van de gluten in een deeg bepalen het gashoudend vermogen van het deeg.

Tarwe, spelt en kamut hebben bruikbare glutenvormende eiwitten voor het bakken van een luchtig brood. Rogge heeft wel eiwitten maar deze beschikken niet over de hierboven beschreven bruikbare eigenschappen. Daarom is roggebrood nooit zo luchtig als tarwe- of speltbrood.

Gluten kennen, voor bakkers, drie eigenschappen: uitrekbaarheid, elasticiteit en rekweerstand. De mate waarin deze eigenschappen beschikbaar zijn en de verhouding tot elkaar bepalen voor een grote mate de bakaard van meel en bloem. Want die eigenschappen van gluten worden door vele zaken beïnvloed. De belangrijkste hierop zijn het ras dat men gebruikt (er bestaan tienduizenden tarwerassen), de groeiomstandigheden, de bodemgesteldheid, de hoeveelheid voedingsstoffen, mineralen, of en in welke mate tijdens de groei extra stikstof gegeven is en zeer dominant in dit geheel is het klimaat. Tarwe en spelt dat in een zeeklimaat is verbouwd zal niet zo'n goede bakaard hebben, de broden blijven dan compact. Komt de tarwe of spelt uit een landklimaat (of iets wat daar op lijkt) dan is de bakaard veel beter en kan je daarmee luchtige broden bakken.

Tijdens het bakken van brood treedt bij eiwitten coagulatie op die het brood een mechanisch belastbare structuur geven. Deze mechanische belastbaarheid wordt niet alleen bewerkstelligd door de eiwitten maar ook door het zetmeel dat tijdens het bakken gelatiniseert.

Meer informatie

Meer informatie is te lezen in het artikel over gluten.

Bakkersglossarium

In het bakkersglossarium zijn nog veel meer bakkerstermen te vinden, van "acerola kersconcentraat" tot "zuurteregelaar".

Foutje of aanvulling? Stuur ons een reactie

populair

home­ >glossarium

laatste toevoegingen