deegstuk

twee deegstukken
twee deegstukken

Bij een beroepsbakker wordt deeg in een grote hoeveelheid gemaakt. Pas op het moment dat het deeg verdeeld word in (afgewogen) stukken waarmee het uiteindelijk deegwaar gemaakt gaat worden spreekt men over een deegstuk.

Duits: n.b.*
Frans: n.b.*
Engels: n.b.*

Een deegstuk is een stuk deeg waarmee de bakker één deegwaar gaat maken.

Wanneer een thuisbakker één brood maakt, zal het bereide deeg ook gelijk het deegstuk zijn. Wanneer bijvoorbeeld twee broden gemaakt worden, zal het bereide deeg eerst in tweeën gedeeld moeten worden. De dan ontstane stukken deeg worden (dan pas) deegstukken genoemd. Een deegstuk is dus een hoeveelheid deeg waarmee je één stuk gewenst deegwaar gaat maken.

Beroepsbakkers maken veel deeg tegelijkertijd (in bulk). Nadat het gekneed is laat men het deeg eerst in zijn geheel rijzen, dat wordt de bulkrijs of kuiprijs (het deeg ligt in een kuip) genoemd. Na die rijsfase wordt het deeg verdeeld in gelijke stukken en dat worden deegstukken genoemd.

Bakkersglossarium

In het bakkersglossarium zijn nog veel meer bakkerstermen te vinden, van "acerola kersconcentraat" tot "zuurteregelaar".

* Ons is geen vertaling van deze term bekend, weet jij hem wel? Een berichtje wordt zeer op prijs gesteld.


Foutje of aanvulling? Stuur ons een reactie

populair

home­ >glossarium

laatste toevoegingen